Freelance journalisten kampen met tal van dilemma’s. Het vak betekent vaak balanceren op journalistiek-ethische grenzen, terwijl de verdiensten in de onafhankelijke journalistiek vaak om te huilen zijn. Maar er moet brood op de plank: hoe los je dat op?
25 freelance journalisten geven in het boek ‘Hosselen, harken en andere handigheden’ een eerlijk, inspirerend en soms hilarisch kijkje in de keuken van hun eigen zoektocht, succesverhalen en tegenslagen, inclusief tips. Bijna allemaal zijn (of waren ze ooit) verbonden aan het journalistencollectief Bureau Wibaut.
Strontvlieg
Voor de gevorderde freelancer is het boek een feest der herkenning: welke freelance journalist herkent zich niet in de ervaringen van Govrien Oldenburger:
‘Het continue geleur om geld (na gedane arbeid) en het uitblijven van reacties (of nog beter: excuses) geeft mij het gevoel dat sommige opdrachtgevers me zien als een strontvlieg die moedwillig in hun soep is beland.’
Of de moeilijke momenten en twijfels van Veerle Corstens:
‘Een artikel dat je volledig rood terugkrijgt, de geïnterviewde die zich to-taal niet herkent in je stuk (en of je even iedere zin wilt aanpassen), en de vraag waarom je weer de hele dag op Funda, Facebook, Blendle en in de vensterbank hebt gehangen: we (her)kennen ze allemaal.’
En de realitycheck van Alwin Kuiken:
‘Succes (in de journalistiek) geeft een enorme rush, maar als je even een paar weken niet scoorde, kon dat enorme stress geven.’
Bindingsangst
Er zijn ook inspirerende succesverhalen te lezen in het boek, bijvoorbeeld die van wetenschapsjournalist Jop de Vrieze. Hij heeft last van ‘journalistieke bindingsangst’ (je hele werkzame leven richten op één onderwerp), maar merkte ook dat hij succesvoller werd naarmate hij zich meer focuste. Dit dilemma heeft hij een creatieve draai gegeven:
In het begin van zijn journalistieke carrière greep hij alles aan wat maar enigszins een wetenschappelijk randje had, maar deze ‘one-nightstands, flirts en korte affaires’ heeft hij overtuigd afgezworen. Nu kiest hij ervoor enkele maanden of een jaar ’monogaam’ te zijn, en zich daarna weer op een ander onderwerp – ‘een nieuwe liefde’ – te richten. Het levert hem veel op.
Schamel inkomen
Muziekrecensent Jasper van Vught loste zijn dilemma op een andere manier op: met recenseren verdiende hij een treurig, schamel inkomen. Door zijn kennis van de muziek(wereld) en journalistieke vaardigheden breder in te zetten, raakte zijn succes, en de hoogte van zijn banksaldo, in een (opwaartse) stroomversnelling.
Klein voelen
Bij tijd en wijlen zijn de verhalen of situaties die worden beschreven hilarisch. Zo verkoopt culinair journalist Hiske Versprille ‘nee’ aan een opdrachtgever die haar gratis diensten vraagt met een creatieve, amusante brief. En freelancer Veerle Corstens beschrijft geestig haar onzekerheid op kantoor Wibaut:
‘Ik ben er niet trots op, maar weet ook dat ik niet de enige ben die hiermee weleens kampt. Op zich ook niet gek als je naast iemand zit die even aan het skypen is om misstanden in de oorlog in Afghanistan boven water te krijgen of een collega die overlegt over hoe ze haar draagmoeders-in-Azië-artikel zal insteken. Ik deed mijn koptelefoon op, typte verder aan mijn stukje over een ouderenevenement in de bibliotheek en voelde me heel klein.’
Journalistieke dilemma’s
Het boek neemt je mee op reis, door een waaier aan inspirerende zoektochten en journalistieke dilemma’s. Hoe kun je bijvoorbeeld je kennis en vaardigheden op andere manieren inzetten zonder je geloofwaardigheid als journalist te verliezen? Hoe houd je het leuk, wat doe je als het even tegenzit en wat zijn de voordelen van een collectief?
Journalist Janno Lanjouw beschrijft grappig – en herkenbaar – wat voor hem de voordelen waren zich aan te sluiten bij Bureau Wibaut:
‘Het besef dat het mij goed ging doen, kwam toen ik collega Joël Broekaert wanhopig hoorde bellen met een redacteur met een mening. Joël legde met de voor hem kenmerkende pathos uit dat de redacteur in kwestie niet zomaar een paar ‘darlings’ had ‘gekilled’, maar de hele ziel uit zijn stuk had gesloopt. Kijk: dát herkende ik. Hier zou mijn lijden weerklank vinden.’
Survivalgids
De 25 (deels voormalig) freelance journalisten in het boek, waarvan er een aantal alweer een vaste baan hebben, drie het vak hebben verlaten en er redelijk wat inmiddels succesvol zijn dan wel hun draai hebben gevonden, geven door hun eerlijke verhaal een schat aan informatie en tips mee waardoor het met recht ‘een survivalgids voor freelance journalisten’ mag heten.
Meer informatie
Enkele tips en ervaringen uit het boek:
- Diegenen die het ver hadden geschopt in de freelance journalistiek waren de mensen met focus.
- Veel opdrachtgevers en omroepen laten onderhandelingsruimte in hun voorwaarden. Om verhogingen (van het gangbare tarief) moet je vragen. Als je succesvol weet te onderhandelen, leg wijzigingen op de voorwaarden dan altijd schriftelijk vast.
(Tip Nick Kivits) - De mooiste fondsen voor buitenlandjournalistiek zijn het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek, Het Postcode Loterij Fonds voor Journalisten en de beurzen van het European Journalism Center.
(Tip Sarah Haaij) - Wat je vooral niet moet doen als je een boek wilt schrijven: een uitgever benaderen met een half idee, een plan dat te vaag is of simpelweg onuitvoerbaar. Laat je dus van tevoren goed adviseren.
(Tip Rosanne Kropman) - Mijn nieuwe verdienmodel is: ik verdiep mij in een onderwerp en ga er vanuit zoveel mogelijk invalshoeken voor zoveel mogelijk onafhankelijke media over schrijven. Dat bleek even rendabel als mijn oude praktijk (die bestond uit een combinatie van schrijven voor publieksmedia en meer commerciële klussen, red.)
(Tip Jop de Vrieze)
Foto: Markus Winkler via Pexels