Paros lijkt de vrouw onder de Griekse eilanden. Haar intieme baaien, knusse restaurants en gezellige cafeetjes omarmen je. Paros trekt al eeuwen kunstenaars aan. Je kunt het gerust een kunstenaarseiland noemen. Paros is verslavend: ‘We hebben geprobeerd om af te kicken, maar het is ons niet gelukt.’
‘Ik heb een octopus gezien!!!!’, smst de 14-jarige Jens ons vanaf het Griekse eiland Santorini. Daar kan Paros niet aan tippen. We ontmoetten het Vlaamse gezin enkele dagen eerder op het Griekse eiland Paros, in de boot die iedere twintig minuten vanuit de levendige havenplaats Parikia naar de stranden Kryos (camping!) en Marcello voert. Jens en broer Senne (10) zijn verwoedde snorkelaars. Bij de rotswanden zijn ze uren bezig. Iedere dag hopen ze weer op een spectaculaire ontmoeting met het onderwaterleven. Maar Paros moet het afleggen tegen Santorini dit keer.
Geboorteplaats Apollo
Paros is onderdeel van de Cycladen, een eilandengroep van ruim veertig eilanden in de Egeïsche zee die in een cirkel rond Delos liggen, volgens de Griekse mythologie de geboorteplaats van Apollo, de god van het licht. Het eiland is qua oppervlakte te vergelijken met Texel, goed te behappen in één vakantie. Het is een lieflijk eiland, met zijn intieme baaien, knusse restaurants, gezellige cafeetjes, zacht glooiende heuvels, vriendelijke mensen en een weldaad aan kunst-, keramiek- en sieradenwinkels. Paros zou je een kunstenaarseiland kunnen noemen. Menig kunstenaar heeft in de Oudheid en in latere eeuwen zijn gereedschap bot gebeiteld in de marmergroeven op het eiland. Het witte marmer van Paros is wereldberoemd. De Venus van Milo is gemaakt van marmer uit Paros, evenals de graftombe van Napoleon. Ook nu wonen er veel kunstenaars, onder wie talrijke Europeanen.
Hoofdstad Parikia
In Parikia, de hoofdstad van het eiland, is het een komen en gaan van veerboten, zo’n zeven keer per etmaal. De scheepshoorns hoor je tot ver in de omtrek. Ze horen bij de geluiden van het eiland, bij de cadans, de rituelen. Zodra de scheepshoorn klinkt, snellen de hoteliers zich naar de kade om met hun naamborden klanten naar hun hotel te lokken. Ook de campings laten van zich horen, hebben zelfs hun eigen busvervoer al klaar staan om de rugzaktoeristen een lift te geven. Vanuit de terrassen hebben we een mooi zicht op deze dagelijks terugkerende chaos. Nog geen uur later zijn de drommen mensen opgelost in het Grieks dagelijks leven. De vissers knopen verder aan hun netten, de Griek doet zijn boodschappen, drinkt een caffè freddo (koude koffie) op het terras, slentert wat of zoekt een plek in de schaduw. De kalmte en rust daalt weer over het eiland. Paros staat gelukkig niet te sidderen op zijn grondvesten van de discotheken; in Paros is ook het toeristenseizoen aangenaam vertoeven.
Oude tempelresten
In Parikia ligt, net als in een aantal andere dorpen zoals Noussa en Lefkes, een Venetiaanse Kastro met zijn wirwar aan kleine, smalle straatjes, ooit bedoeld om de vijand een loer te draaien. In Parikia is het een door Unesco beschermde wijk, die gedeeltelijk is opgebouwd uit oude tempelresten, en een ware ontdekkingstocht. Regelmatig verdwalen we in dit labyrint. Helemaal niet erg, want we dompelen ons onder in het authentieke Griekse leven. Vooral na de siësta (15.00 tot 18.00 uur) neemt de levendigheid in de Kastro toe. Dan verschansen de weduwen zich weer in hun vertrouwde hoeken met het borduurwerk op schoot, verplaatst het Griekse gezinsleven zich naar de straat en stromen de winkelstraten en terrassen vol. Het hoogbejaarde groenteboertje (85) die met zijn ezel dagelijks door de straten loopt, voert ons zo mee naar vroeger tijden. Om de vijf tellen biedt hij als een marktkramer zijn waren aan, maar het klinkt als een zacht lied. Tegen de avond ontdekken we de melkboer die zijn roestige brommer beladen heeft met vijfliterflessen en zijn melk uitschenkt in de kannen van de vrouwen die naar buiten lopen. Is dit 2007?
Unieke wijk Kastro
In de Kastro ontmoeten we de Nederlandse beeldend kunstenaar Wim Drion (61). Hij woont met zijn vrouw Eva een groot deel van het jaar op Paros, in het kloppend hart van de hoofdplaats. ‘We zijn aan Paros verslaafd’, zegt Eva. ‘We hebben geprobeerd om af te kicken, maar het is niet gelukt.’ Ze bewonen een typisch Cycladisch huis middenin de Kastro, waar straatnamen noch huisnummers zijn te vinden. Prachtig vinden ze het om midden tussen deze Grieken te wonen in zo’n unieke wijk. Door een van de nauwe straatjes komen we bij hun troetelkind. De blokken wit marmer waaruit het huis is opgebouwd, zijn 88 centimeter dik. Moeilijk om daar een spijker in te krijgen, vertelt Wim. Een smalle wenteltrap verbindt de drie verdiepingen en komt uit op een plat dak met een riant balkon. Tot in de verte zien we de zee. ‘Op Paros ben je binnen een uur aan de andere kant van het eiland, maar het is groot genoeg dat er toch van alles te beleven is’, zegt Wim over zijn liefde voor Paros. Bovendien vindt hij de mensen heel prettig in de omgang, hij vindt ze vriendelijk en tolerant. ‘Op Paros leef ik, in Amsterdam werk ik’, vat hij kort de aantrekkingskracht van Paros kort samen. Zijn buurvrouw Tasia is flink op leeftijd en scharrelt wat tussen de bloempotten op haar balkon. Ze spreekt geen woord over de grens en heeft bijna geen tanden, maar probeert toch contact te zoeken. ‘Bravo, bravo’, zegt ze.
Byzantijns wandelpad
Via de wenteltrap dalen we naar de ondergelegen etages. Het karakteristieke huis met dikke muren, nissen en luiken voor de ramen, hangt vol met schilderijen. Voordat we vertrekken, geeft hij ons wat tips. We moeten het prachtige dorp Lefkes gaan zien, de oude voormalige hoofdstad van het eiland, gelegen in een groene vallei. Vanuit Lefkes kun je het Byzantijnse pad naar Podromos lopen, waar het volgens Wim lekker eten is. Ook Alyki moeten we bezoeken, een klein vissersdorp met leuke eethuizen. Van de plaats Naoussa houden ze niet zo. ‘Veel te druk en te mondain.’ En als we nog een leuk strandje zoeken, is Agia Arini een goed idee, vindt hij. ‘Het is een rustig strand, met mooie natuur op de weg naar Alyki.’ Als laatste noemt Wim de Byzantijnse Katapoliani kerk in Parikia, een van de belangrijkste monumenten in Griekenland. ‘Je mag Paros niet verlaten, zonder de kerk te zien’, zegt hij. Als we weer naar buiten lopen, passeren we buurvrouw Jane, een Engelse dame van middelbare leeftijd. Ze zit breeduit op de trap van haar pension, heeft een lief gezicht en zwoele lippen. Des te onverwachter is het snerpend stemgeluid dat uit haar keel komt. ‘Where do you come from?’
Marmergroeven
Een perfecte busverbinding voert je langs alle dorpjes op het eiland voor slechts een paar euro. We nemen de bus naar Lefkes, op aanraden van Wim. Onderweg komen we langs de beroemde Maràthi marmergroeven waar het marmer vandaan komt van de graftombe van Napoleon. We dalen af tot vlak voor de groeve en mijmeren over stoere beeldhouwers die de meest prachtige beelden maken. De marmergroeven liggen er verlaten bij. Op een lommerrijk terras in Lefkes bestellen we een caffè freddo, voordat we de berg bestijgen waar de witmarmeren Agia Triada kerk staat. Het is doodstil in de steile straatjes tijdens de siësta. Behalve een verdwaalde toerist, zien we zwerfkatten op straten en muren liggen. Ze kijken ons loom aan. Prachtige bougainvilles groeien op het kerkplein. Op de terugweg wandelen we langs het Byzantijnse pad van Lefkes naar Podromos. We ruiken wierook (of is dit verbeelding?) en zien wilde vijgen en olijven groeien. We plukken een rijpe vijg en roepen uit dat die toch veel lekkerder is dan een gedroogde. Onze handen plakken van deze zoete, rijpe vrucht.
Moussaka
Noussa is de meest modieuze badplaats van het eiland. De bars zijn meer trendy. Ook de stranden vinden we saaier. Zoek je nog de authentieke Griekse gastvrijheid, bezoek dan wel de familiecamping in Noussa, even buiten het dorp. Zodra we het terrein op rijden, staat moeder Ragoussis ons al op te wachten. Zoon Yorgos, een leuke vent van midden dertig en beheerder van de camping, geeft ons een rondleiding over het lommerrijke terrein. Alleen het sanitair is aan vernieuwing toe, maar de hartelijkheid vergoedt veel. We mogen niet eerder vertrekken voordat we de Moussaka en Tzatziki van moeders hebben geproefd. Dagelijks kookt ze in het campingrestaurant een Griekse gerechten. De Moussaka is overheerlijk; de knoflook in de Tzatziki blijft nog urenlang opdringerig.
Idyllische baai
Twee weken zijn we op het eiland. We ontdekken dat de oostkust veel groener is dan de westkant. Het water is er ook wilder; bij het strand van Drios werden ooit wereldkampioenschappen windsurfen gehouden. Maar er liggen bijna geen campings aan de oostkant, Santa Maria uitgezonderd, helemaal in het noorden. Geen echte aanrader vinden we: het strand is kaal en het is er erg druk en weinig sfeervol. Camping Alyki hebben we niet kunnen vinden en ook camping Kafkis is niet open. De moeite waard is het strand van Piso Livádi aan de oostkant. Mooie pijnbomen groeien rond de baai, op het strand zijn sfeervolle terrassen. Een dagtrip waard, evenals het rustige strand Arini op de weg naar Alyki. Helaas sluit de camping, en dus ook het restaurant op de camping, eind 2007 aan deze idyllische baai.
Vlindervallei
Als afsluiting van Paros, bezoeken we Petaloudes, de vlindervallei. Alleen bij de naam al, denken we aan pure poëzie. Het is een vochtige oase, met eeuwenoude bomen en zwermen vlinders. Het begroeide terras bij de ingang is een verademing in de zomerse hitte. Uit de fontein klatert water. De vlindervallei is veel kleiner dan doet vermoeden. ‘Vallei’ is iets te veel eer, maar het is intiem, vochtig, koel en vol vlinderleven. Al denk je de eerste paar minuten niets te zien, de vlinders liggen plat tegen de bomen aan en zijn identiek. Terwijl de borden in de kleine vallei aangeven niet met de handen te klappen, aan de takken te sjorren of te fluiten om leven in de brouwerij te krijgen, staren wij naar de platte, bewegingsloze vlinders op de stammen. Zullen we? Heel even maar!
Romantisch plekje
Aan de boulevard van Parikia zien we de zon iedere avond weer prachtig ondergaan, recht voor ons neus. Ook de Grieken trekken rond 19.00 uur massaal naar de kade of blijven hangen op hun dakterras totdat het donker is. Het is een ritueel waar je bij wilt zijn, iedere avond maar weer. De lucht kleurt langzaam oranje, de zee diepblauw. Zoek je later op de avond nog een superromantisch plekje om wat na te praten, bezoek dan het strandterras van Puesta del Sol op zo’n honderdvijftig meter afstand van camping Koula. Een plek onder de bomen, schaars verlicht, met je tafel bijna in zee.
NB: Dit artikel is gepubliceerd in de kampeerglossy van de ANWB, KCK, augustus 2007.
De opdracht:
Het artikelidee is door mijzelf aangedragen.
(c) Foto’s: Monique Koudijs (meer foto’s zijn te zien op mijn account op het foto-platform Flickr).